Eindelijk eindelijk… we mogen de verfroller ter hand nemen. Maar, niet voordat we geveegd, gedweild, de bus afgenomen en vanmorgen nog een keer gedweild en de bus afgenomen hebben. Met stofpakken aan (werkelijk niets wordt aan het toeval overgelaten) verdunnen we de grondverf en slaan aan het rollen. En kwasten. En bijwerken en nog eens rollen. En dit is pas laag 1…
Category: Le BonBon
la planification
Het leuke aan het opknappen van ons busje is, dat we steeds weer dingen voor het eerst doen. Voor het eerst met de slijptol (de favoriet van Jacq), voor het eerst lassen, polyester matjes plakken en voor het eerst een auto plamuren (muren en hout hadden we al wel eens gedaan). Maar al deze nieuwe dingen zorgen er wel voor, dat we de klussen niet zo goed kunnen plannen. We hebben namelijk geen idee hoeveel tijd een klus ons kost en of het misschien nog een keer over moet. Dat is wat onhandig, zeker nu onze eerste deadline in zicht komt.
Op 27 juni moet de bus eigenlijk weer rijklaar zijn, want dan hebben we een kampeerweekend. Voor die tijd moet de boven- en binnenkant geverfd (in bijna wit), de ramen er weer terug in, de schuifdeur weer op z’n plek en alle andere kleine accessoires die we er voor de handigheid maar even afgehaald hebben. Dat wordt flink aanpoten… morgen beginnen we met de eerste laag grondverf. En dan verdwijnt al ons harde werk van de afgelopen weken. Hieronder toch maar even het bewijs van onze noeste arbeid.
se crever au travail
Nog even en ik kan geen schuurpapier meer zien. En Jacq is bang dat wanneer ze de bus ook maar aanraakt, er ergens weer een gaatje tevoorschijn komt. Al is dat laatste een beetje overdreven, zolang ze maar met een slijptol bij de bus weg blijft…
Vandaag hadden we weer hulptroepen op bezoek. En zij gingen los op de bus. Lampen gingen eraf, de schuifdeur ging eruit en de schuurmachine werd tevoorschijn gehaald. Aan het einde van de middag leek ik wel een Disney-figuur, zo roze was zelfs mijn haar. Maar toen was wel zo’n beetje de hele bus geschuurd. En konden Jacq en ik de roestige plekken met de slijptol en dremel bewerken en inspuiten met roestbinder. Super team, Manon en GP!
Volgende stap: herstellen van de gaatjes met polyester matjes en plamuur. Zo leer je nog eens wat…
des surprises
Zo’n beetje iedereen die we vertelden van onze plannen voor een doe-het-zelf-kampeerbus zei het: ‘Je komt vanzelf van alles tegen!’ Mwa, dacht ik. Dat zal zo’n vaart niet lopen. Het plaatwerk ziet er goed uit, de bodem is hard (volgens ons garagemannetje) en hij rijdt prima. Wat kan er gebeuren?
Nou… roest verstopt onder een laag lak en plamuur, dat kan er gebeuren. En kleine roestplekjes die toch gaatjes blijken te zijn. En niet te vergeten een slecht gerepareerde plek die zodra je eraan komt zo ongeveer naar binnen valt, kan ook zomaar gebeuren.
Kortom: nog wel even wat herstelwerk te doen…
le métier invisible
Hoewel het aan de bus niet altijd even goed te zien is, gaan we flink vooruit. De binnenkant is inmiddels helemaal geschuurd, de bodemplaten zijn eruit en ook daaronder is het schoon (ik durf er nu in te slapen). Het dak is af (met dank aan Vera!) en we zijn nu toe aan het dichten van wat gaatjes en het behandelen van roestplekjes.
Maar niet al het werk gebeurt aan de bus zelf. Zo zijn we op bezoek geweest bij het onderdelenmagazijn van de club (Vrienden van de Estafette) in Dalfsen, waar we als twee kinderen in een snoepwinkel rondliepen. We hebben er een nieuw ruitje met rubbers opgehaald (ter vervanging van het plaatje aan de rechterkant), rubbers voor de achterdeuren en achterklep, een rubbertje voor de knipperlichten rechtsvoor, een klepje voor boven de accu én een stijl voor achter de bestuurdersstoel. Zo kunnen we daar een wandje maken wat bergruimte oplevert.
En, ook thuis doen we het één en ander: een nieuwe hoes bestellen voor om het reservewiel (en stickers daarop), bedenken hoe we de bus gaan verduisteren (met magneten, maar dat komt later) en maten opnemen voor gordijnen en vloerbekleding. Het is tenslotte zo 21 juni…
Een leuk trucje gaan we uithalen met de knipperlichten. Die zijn helemaal verbleekt, waardoor het plastic geen oranje maar bijna wit licht geeft. Voor de APK schijnt dat niet te mogen, maar nieuwe oude knipperlichten zijn heel erg duur. Gelukkig kom je met glasverf een heel eind: oranje glasverf aan de binnenkant van het knipperlicht en deze zijn weer prachtig oranje! En zo knutselen we vrolijk door… 🙂
des amis
Klussen aan de bus is al leuk met zijn tweeën, maar het is nog leuker met vrienden! Al vanaf dag 1 bij de Club van Ogg (nee, geen idee) hebben we een vriendje: een mooie rode kater die Dikke Poes heet. Zodra we onze auto parkeren komt hij even kijken en eist een kroelsessie. Daarna wat brokjes en zo af en toe komt hij even meekijken. In de bus. Het liefst naast me, ook al is dat soms wat onhandig. Gelukkig zit hij nooit echt in de weg en hebben we ook vandaag veel kunnen doen. Niet in de laatste plaats omdat we nog meer hulp kregen. Van Dick, de man van een vriendin (automonteur) die zelf ook oude auto’s opknapt en wiens handen al begonnen te jeuken toen ik vertelde dat we een bus gekocht hadden. Samen met hem hebben we alle ramen met rubbers eruit gehaald, behalve de voorruit.
Jacqueline heeft als project het dak op zich genomen en kreeg vandaag hulp van Leo, de penningmeester van de Club en docent. Jacq liet zich dat geen twee keer zeggen en maakte aantekeningen van de instructie hoe een gaatje te repareren met polyester. Dat het matje nog niet droog was toen we naar huis gingen, lag vast aan Leo…
En, de komende klusdagen komen nog meer vrienden helpen! We hebben een schema gemaakt, als je het leuk vindt om ook te komen helpen laat het dan weten. Plus on est de fous, plus on rit!
le serment
Ik beloog pleftig
nooit of te nimmer in of op Le BonBon
gebruik te maken van dubbelzijdig tape of siliconenkit.
Zo helpe mij Renault Allmighty.
Het echte klussen is begonnen. Inmiddels zijn we alweer een stuk wijzer – in ieder geval hebben we er een aantal ‘don’ts’ bij. Bijvoorbeeld siliconenkit: lijkt handig en werkt goed, totdat je iets wilt repareren en je een breuk krabt om het te verwijderen – hetzelfde geldt voor (de resten van) dubbelzijdig plakband. Nee, dan beter alles vastschroeven, zodat nu alles eruit is de bus net een gatenkaas is. Er is nog niet veel te zien, maar voor wat details:
Mocht je wat van deze authentieke details van dichtbij willen zien en te lijf gaan met schuurpapier, dat kan. Laat ons weten wanneer je kunt (mn zaterdag!). Oh. Het afleggen van bovenstaande eed is verplicht. Echt.
la fenêtre
Inmiddels staat Le BonBon in een mooie loods met nog meer prachtige klassieke auto’s. Een club van (vooral) onderwijs-mensen die in hun vrije tijd sleutelen aan oude auto’s en zo heel af en toe komt er ook één echt af. Ben benieuwd of wij ons strakke schema vol kunnen houden in deze omgeving…
Toen we er toch waren om de bus te parkeren, zijn we toch ook maar gelijk aan de slag gegaan. Het plankje is inmiddels van de bus en Jacq heeft de sponning helemaal kit-vrij gemaakt. Nu zijn de wanden weer hoe ze horen te zijn, we missen alleen nog een ruitje maar via de Vrienden van de Estafette kunnen we daar waarschijnlijk wel aankomen. Ik was ondertussen met schuurpapier aan de slag gegaan, om te kijken hoe makkelijk – of moeilijk – de bovenste laag verf eraf gaat. Nou, dat valt nog niet mee. Voor de grote vlakken gaan we waarschijnlijk toch maar de schuurmachine gebruiken.
En nu het raampje eruit is en de eerste kale plekken op de bus zichtbaar zijn, kunnen we echt niet meer terug… 🙂
les couleurs
il est vide et propre
Een vrij weekend – dat kunnen we natuurlijk niet voorbij laten gaan. De eerste klus aan de bus: leeghalen! Alles wat er nu ingebouwd is, gaat eruit. Behalve dat het van allerlei verschillend (vaak veel te dik/zwaar!) plaatmateriaal gemaakt is, is het er ook nogal rommelig ingemaakt. Bovendien willen we ook de binnenkant in dezelfde kleur spuiten als de buitenkant, dus moet hij sowieso leeg.
Met de accutol en schroevendraaier is het meeste er zo uit; daarna kunnen we de bus meteen even meenemen voor een ritje naar het milieupark. We besluiten om er wat langer mee te rijden, om de accu en de motor weer even te laten draaien. Kunnen we gelijk de bandjes even op spanning brengen. Op zondag maken we ons met emmers en sop druk om het ergste vuil uit de bus te krijgen. En tjonge, we konden bijna een hond breien… Het dak laten we nog even voor wat het is, besluiten we na wat pogingen om de lijm- en papier(?)resten eraf te krijgen. Misschien willen we het dak toch wel bekleden, dan is dit zonde van de energie.
Et voila! Een schone en lege bus, klaar voor de volgende stap.